Hij is 16. Hij heeft een slechte ervaring met hulpverleners. Hij heeft er al veel gehad zegt hij. Hij komt om te klagen…. Over zijn laatste therapeut. Ik denk: help!!!! En zeg: brand maar los. Hij verteld over acceptatie van zichzelf als persoon en hoe moeilijk het al is om zichzelf te accepteren. Hoe de laatste therapeut al gelijk vroeg hoe zijn lijstje er uit moest zien. Waarom moest hij een lijstje hebben vond hij, het was zo al moeilijk genoeg. Ik luisterde naar wat hij zei en stelde af en toe een vraag. Hij zei: zie je wel, hier heb ik ook al niets aan, waarom moet ik het zelf weer oplossen.
En dat maakte mij blij. Want dat is hoe ik mijn werk zie. Gelijkwaardigheid, respect en het niet weten zijn immers mijn basis waarden als therapeut. Wat ik doe is naast je staan en kijken zoals jij kijkt, waarbij ik vanuit nieuwsgierigheid vragen stel om jou je verhaal te kunnen laten doen. En ja, ik ga er vanuit dat jij de oplossing zelf in je hebt en dat ik alleen maar een stukje met je mee mag lopen op je weg en je mag begeleiden in het vinden van je eigen oplossing.
We komen uit bij zijn jeugd, waar hij niet werd gezien en leerde zich te verstoppen. Hij verstopt zich nog steeds. Is bang voor contact met mensen, hij vermijdt ze liever. Hij voelt zich eenzaam. Hij beseft zich ineens dat dit verstoppen hem nu niet meer dient. Het paard staat al een hele tijd achter hem en op het moment dat hij dit uitspreekt doet het paard een stap naar voren en duwt hem met zijn hoofd in de rug. Hij moet een stap naar voren doen, lacht ineens en zegt: oké dus je wil me zeggen dat ik naar voren mag stappen en me niet meer hoef te verstoppen. Hij draait zich om en het paard komt naar hem toe en legt zijn hoofd tegen hem aan. Ik laat ze zo samen staan.
Soms kunnen wonden in je jeugd je zo diep treffen dat je jezelf gaat beschermen. Je gaat automatisch in een overlevingsmodus. Je geest is zo uitgerust dat het een beslissing neemt wat veilig voor je is, zodat je toch kunt opgroeien. Je gaat vechten, vluchten of bevriezen. Dit zijn patronen die je met je meedraagt in je leven, die je dan in je latere leven in de weg kunnen gaan staan. Ook paarden kennen overlevingsinstincten en zijn meesters in het herkennen van de onze.